Een positieve test bij een tomatenteler in het Westland bevestigde eind 2019 wat de experts van de NVWA al langer vermoedden: ook in Nederland heeft het zeer besmettelijke ‘Tomato Brown Rugose Fruit Virus’ (ToBRFV) voet aan de grond gekregen. Het virus is ongevaarlijk voor mensen en dieren, maar kan zorgen voor flinke schade aan planten en soms nagenoeg onverkoopbare tomaten.
Het virus is een paar jaar geleden voor het eerst ontdekt in Israël en Jordanië. Omdat het zich eind 2018 verspreidde naar Duitsland en Italië besloot de Europese Commissie het virus vanaf 1 november 2019 op de lijst van quarantaine-organismen te zetten. EU-lidstaten zijn verplicht de introductie en verspreiding van deze organismen tegen te gaan.
In Nederland speelt de NVWA hierbij een belangrijke rol. “Alle EU-lidstaten moesten ook verplicht een survey (onderzoek) houden bij een grote groep tomaten- en paprikabedrijven. We zijn in de zomer van 2019 begonnen met het bezoeken van de bedrijven,” legt Marieke van Lent van de afdeling Incident- en Crisisbeheersing (ICB) uit.
“Er bestond alleen nog geen draaiboek, geen protocol en nog niet alle benodigde labtesten waren al gevalideerd.” Volgens Van Lent was het zoeken naar de juiste werkwijze. “Iedereen kijkt naar ons. Zowel voor de zaden, de tomatenteelt en het kweken van planten. Nederland is wereldwijd een belangrijke speler.” ToBRFV kan ook aanwezig zijn bij de planten van de paprika en Spaanse pepers, maar veel paprika-rassen zijn resistent tegen het virus.
Eerste officiële besmetting
Van Lent vertelt dat het tijdrovend is om symptomen van ToBRFV in een gewas te zoeken. “De meeste symptomen van het virus blijken niet op ooghoogte te zitten, maar in de jonge bladeren in de kop van de plant. Die kan wel op zes meter hoogte zitten.” Een inspecteur moet dan elke keer met een liftje omhoog.
Bij een teler in het Westland werd op 4 oktober de eerste officiële besmetting aangetroffen. De NVWA heeft na deze vondst het virus direct als ‘quarantaine-waardig’ aangemerkt. Iedereen moest vanaf dat moment verplicht een (vermoedelijke) besmetting melden. Met deze maatregel liep Nederland een paar weken vooruit op de datum van de Europese Commissie.
Nu er daadwerkelijk ToBRFV was aangetroffen en het onderzoek bij bedrijven erg tijdrovend bleek, zette het incidentteam van de NVWA ook andere opsporingsmethoden in. Van Lent: “In de media zagen wij geruchten van eerdere besmettingen. We hebben toen op allerlei manieren gegevens verzameld” Daaruit kwam naar voren dat er al eerder meerdere besmettingen waren ontdekt door de bedrijven zelf. Op dat moment gold er nog geen verplichting om dit te melden.
Experts dieren en planten werken samen
Bij de bestrijding van het tomatenvirus is onder meer via voorlichtingsbijeenkomsten aandacht besteed aan iedereen die met het besmette materiaal in aanraking kan komen. “We hebben zelfs de afvalverwerkers en loonwerkers geïnformeerd over de risico’s, de maatregelen die bij telers zijn opgelegd en de noodzaak van hygiënisch werken en hoe zij verspreiding tegen kunnen gaan.”
De NVWA besloot om collega’s van de veterinaire frontteams in te zetten om toezicht te houden op het proces van vernietigen van besmet materiaal. “Er zijn veel overeenkomsten in wat je moet doen bij afvoer van besmette dieren (veterinair), planten (fyto) en materialen”, legt Van Lent uit. “Onze frontteamleden zijn daar goed in getraind. Met hulp van fyto-inspecteurs waren ze snel ingewerkt voor toezicht op de afvoer bij besmette tomatenbedrijven. De teams zijn in eerste instantie het gesprek met de ondernemers aangegaan over wat beter kon en moest. Bij een volgende inspectie bleek dat de ondernemers deze aanwijzingen goed hadden opgevolgd.”
De NVWA heeft veel geleerd van deze virusuitbraak. “Bij dit incident kwam zoveel meer kijken dan alleen de inhoud. Duidelijk werd ook dat een incident rondom fyto toch weer heel andere aspecten en een verloop kent dan incidenten op het gebied van veterinair of voedselveiligheid”, aldus Van Lent.
Het plantenvirus uitroeien of ‘ermee leren omgaan’?
Op 125 tomaten- en paprikabedrijven heeft de NVWA in de zomer van 2019 een survey uitgevoerd, in opdracht van de Europese Commissie. Vooruitlopend op de Europese quarantaine-status per 1 november 2019 was het ToBRFV-virus al een van de organismen waar in dit onderzoek op werd gelet. “We bekijken bij zo’n survey de gewassen uitgebreid en nemen monsters als er aanwijzingen zijn van ziekten”, vertelt inspecteur Bram Lokker.
De zoektocht naar ToBRFV was volgens Lokker best lastig. “Je zoekt naar symptomen van een ziekte die je zelf nog nooit hebt gezien. En deze symptomen lijken ook op die van andere ziekten.” Bij een inspectie in het Westland gaf een teler zelf aan dat hij een probleem had met zijn gewas. “Er werden bladmonsters genomen en die bleken positief. Dat maakte dit het eerste geregistreerde geval in Nederland van ToBRFV.”
Besmetting via mens, dier en oppervlakten
Lokker: “Dan gaat het balletje rollen.” De inspecteurs onderzochten andere tomatenbedrijven en keken naar de hele keten. “Deze ondernemer maakte gebruik van een pakstation, waar ze de tomaten verpakken voor de winkels. De kratten en pallets van het besmette Westlandse bedrijf zijn via dit pakstation mogelijk weer bij andere telers terechtgekomen.”
De NVWA heeft inmiddels aangegeven dat houten transportpallets niet goed te desinfecteren zijn. De sector laat nu plastic pallets ontwikkelen. ToBRFV is niet gevaarlijk voor mensen of dieren, maar besmetting kan makkelijk gebeuren bijvoorbeeld via handen, kleding, handschoenen, gebruikte gereedschappen, fust of mobiele telefoons.
Schoonmaken en desinfecteren
De aanpak van ToBRFV in Nederland verloopt anders dan in omringende landen. “Bij ons hoeft de teler niet direct zijn gewas te vernietigen bij het aantreffen van dit plantenvirus. Die ruimte is er ook in de Europese regelgeving” vertelt Lokker. “De cyclus bij een tomatenteelt is ongeveer 50 weken. Die mogen telers afmaken. De oogst is vaak nog prima te gebruiken. Daarna moet de eigenaar de planten onder strikte voorwaarden verwijderen en afvoeren en vernietigen. Daarna moet de kas heel erg goed worden schoongemaakt en gedesinfecteerd.”
Als zaadbedrijven en plantenkwekers het virus aantreffen, mogen ze deze jonge planten en zaden niet meer in de handel brengen. Ze moeten de afnemers informeren en al geleverde zaden terugroepen. Sinds oktober 2019 is het virus bij een twintigtal telers gevonden en bij meerdere zaadpartijen.
Spannende maanden
Of deze aanpak succes heeft? “De komende maanden nemen we monsters van het nieuwe gewas, dat in de ontsmette kassen is aangeplant. Als we het virus niet aantreffen, hebben we een goede kans om het weer uit Nederland weg te krijgen. Blijft ToBRFV aanwezig? Dan moeten we goede afspraken maken met de sector en ermee om leren gaan totdat er resistente rassen zijn.