Foto Jacques Luijk - inspecteur
Mestfraude, het illegaal afvoeren van een teveel aan mest, is nog steeds een groot probleem in Nederland. Het aantal signalen van mestfraude dat binnenkomt bij de NVWA blijft stijgen, en de NVWA-Inlichtingen- en Opsporingsdienst (NVWA-IOD) heeft meerdere strafrechtelijke onderzoeken lopen. In 2020 hebben de NVWA, het Openbaar Ministerie en de politie een groot internationaal onderzoek naar mestfraude voorbereid. Dat resulteerde in een inval begin dit jaar bij een mestverwerker. Ook loopt er onderzoek naar de totale omvang van de fraude en de ecologische schade
Keuzes maken
Jaarlijks wordt in Nederland 75 miljard kilo mest geproduceerd. Om de natuur te beschermen, mogen boeren dit niet allemaal op het land uitrijden maar moeten ze een deel afvoeren. Daar moeten ze voor betalen. Dit leidt volgens Lysbeth van Brederode van de NVWA-IOD tot een sterke financiële fraudeprikkel. "Een varkensboer met weinig grond betaalt al snel 60.000 euro aan transportkosten om zijn mest volgens de regels te verwerken. Daarnaast zijn er in Nederland ongeveer 1 miljoen mesttransporten per jaar, waarvan de NVWA er fysiek rond de 1.000 controleert. De pakkans is dus klein."
Daar komt bij dat het aantal signalen van mestfraude bij de NVWA stijgt. NVWA-inspecteur Jacques Luijk is expert op het gebied van mest en is daar al sinds 1987 mee bezig. "Meldingen komen veel uit de sector, maar ook via Meld Misdaad Anoniem. Helaas hebben we een geringe capaciteit en daarom moeten we keuzes maken."
Strafrechtelijke aanpak
Strafrechtelijke opsporingsonderzoeken naar mestfraude zijn, net als de regels voor meststoffen, complex en kosten veel tijd en opsporingscapaciteit. Het is daarom van belang om van te voren te bedenken hoe strafrecht het best ingezet kan worden om mestfraude te bestrijden. Samen met het Openbaar Ministerie (OM) beslist de NVWA-IOD welk signaal wordt opgepakt. "Dat gaat op basis van criteria die we hebben opgesteld om signalen over mestfraude op waarde te schatten en te prioriteren", vertelt Van Brederode. "Dan moet je denken aan het blootleggen van nieuwe manieren van mestfraude of het aantal partijen dat betrokken is. Vaak wordt de fraude niet door een enkeling gepleegd, maar in samenwerkingsverbanden met meerdere betrokken bedrijven. Dat kunnen administratiekantoren en adviesbureaus zijn, maar ook garagebedrijven die meewerken om fraude te verhullen en mesttransporteurs."
René Zuidam is een collega van de NVWA-IOD met wie Van Brederode veel samenwerkt. Hij was betrokken bij het mestfraudeonderzoek dat resulteerde in een inval dit jaar. Hij vertelt dat bij een inspectie informatie was gevonden over vreemde betalingen. "Je kunt mestfraude dus ook zien als een vorm van witwassen. Zo proberen we steeds creatiever te zijn in onze aanpak van dit probleem. We doen dit om een andere kijk op mestfraude te laten zien en om duidelijk te maken hoe belangrijk het onderwerp is."
Ecologische effecten
Ook het onderzoek van de NVWA-IOD en het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM), in opdracht van het OM naar de ecologische effecten van mestfraude, moet bijdragen aan een effectieve aanpak van het probleem. Van Brederode: "De eerste resultaten laten zien dat zelfs na een strafrechtrechtelijk onderzoek vaak onbekend is waar de mest is gebleven. Bij mestfraude is er een verschil tussen mesttransporten op papier en de fysieke transporten. Op papier klopt het allemaal wel, maar waar is de mest echt gebleven?"
Mestfraude is een vorm van milieucriminaliteit en kent meestal geen directe slachtoffers. "In het strafrecht gaat de aandacht vooral naar de regelovertreding en hoe deze is te bewijzen, en naar de regelovertreder en hoeveel deze heeft verdiend aan zijn of haar illegale activiteiten. De 'benadeelde partij', de natuur, blijft zo abstract en buiten beeld", legt Van Brederode uit.
In dit onderzoek wordt gekeken vanuit het perspectief van de ‘benadeelde partij’. "Door aan te geven waar de schade optreedt, wordt deze meer tastbaar en wordt de ‘benadeelde partij’ uit de anonimiteit gehaald. Uiteindelijk is mestregelgeving er niet om ondernemers het leven zuur te maken, maar om de natuur te beschermen. Daar staat de NVWA voor."
Innovatief zijn
Als mestinspecteur beschikt Luijk over veel data. "Alle vrachtwagens zijn geregistreerd en hebben ook een gps aan boord. Zo kan ik precies zien waar er geladen en gelost wordt, of zou zijn." Toch blijft een groot deel van zijn werk ouderwets speurwerk. "Het zijn niet alleen de data, maar je moet ook beschikken over ervaring, speurzin, doorzettingsvermogen en kennis van de Meststoffenwet."
De lage pakkans en de sterke financiële fraudeprikkel maken van mestfraude bestrijden een uitdaging, merkt hij. "Dat is soms wel frustrerend. Het is een kat- en muisspel. Als inspecteur moet ik innovatief zijn. Als ik een mesttransporteur pak, dan heeft de volgende er weer van geleerd."
Onderliggende oorzaken aanpakken
Om de mestfraude te verminderen werkt de NVWA samen met het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland én de sector aan het programma ‘realtime Vervoersbewijs Dierlijke Meststoffen’. "De meldingen over mesttransporten worden voor aanvang van het transport geregistreerd, waarna we ze realtime kunnen volgen. Zo weten we beter wanneer een transport op de planning staat", legt Luijk uit.
Van Brederode verwacht dat het nieuwe programma kan helpen om de regels beter na te leven, maar er is meer nodig. "Technologische ontwikkelingen dragen zeker bij aan de effectiviteit van onze controles, maar het is van belang om ook naar de onderliggende oorzaken van mestfraude te kijken en de fraudeprikkel te verlagen. Anders worden er toch weer nieuwe manieren gevonden om illegaal van het mestoverschot af te komen."
Publiek belang Natuur & milieu
De NVWA besteedde in 2020 12% van de capaciteit aan natuur & milieu.
We zien toe op de instandhouding van biodiversiteit en duurzame toepassingen bijvoorbeeld in de intensieve landbouw en visserij.
We richten ons onder andere op de handel in beschermde dieren en planten, hout en genetische bronnen, op bescherming van natuurgebieden op zee, het bevorderen van duurzame visserij, het terugdringen van de uitstoot van mineralen (nitraat en fosfaat) en het correct gebruik van en handel in gewasbeschermings-middelen.
Binnen het publieke belang Natuur & milieu hebben we in 2020 circa 3.500 unieke bedrijven geïnspecteerd. Bij bijna 650 bedrijven is een maatregel genomen.