Foto Jeroen IJzermans - inspecteur

Slechts 1 op de 10 webwinkels toonde vorig jaar op de juiste manier de verplichte gevaaraanduiding bij de verkoop van producten aan consumenten, waaronder huishoudchemicaliën, bandenplaksets, kitten en lijmen. Dat blijkt uit onderzoek van de NVWA bij deze productgroepen. Het onderzoek valt onder het Europese samenwerkingsproject REF-8, waar 29 landen aan meedoen.

Net als in de winkel

"In een winkel kan een consument op het etiket zien of een product bijvoorbeeld huidirritatie kan veroorzaken," aldus NVWA-inspecteur Erik Barseghian. Bij de online aankoop van een chemisch product moeten winkels volgens Europese regels de consument ook over de gevarenaanduidingen informeren. "Dat betekent dus dat de gevarenaanduidingen op het etiket van het product ook duidelijk op de website moeten staan. We zagen dat dit amper gebeurt." Het toezicht hierop is belangrijk om zo de risico's voor de consument zo klein mogelijk te maken.

De NVWA inspecteerde in 2020 op dit onderwerp 52 webwinkels, waarvan 45 webwinkels de gevaaraanduidingen niet of onjuist op de website vermeldden. Daarnaast is het ook belangrijk dat de informatie goed vindbaar is. "De consument moet niet 5 keer hoeven te klikken om ergens klein in een hoekje de informatie te lezen. Het moet duidelijk leesbaar en makkelijk vindbaar zijn," stelt Barseghian.

Online onderzoek en laboratoriumtest

Bij de geïnspecteerde online shops bekeken de inspecteurs in totaal 86 producten, waaronder vaatwasmiddelen, toiletreinigers en kitten. In 78 gevallen voldeed de manier van aanbieden niet en nam de NVWA contact op met de ondernemer. "Dan is er niet direct sprake van een gevaar voor de consument," legt Barseghian uit. "Het gaat erom dat jij of ik niet kunnen zien of een product bijvoorbeeld schadelijk is voor in water levende organismen, of huidirritatie of ernstig oogletsel kan veroorzaken. Een consument moet op het moment van de aankoop op de hoogte kunnen zijn van de gevaren van een product."

Een deel van de producten werd ook in het laboratorium onderzocht om te kijken of er meer gevaarlijke stoffen in voorkwamen dan toegestaan is. "Op dat vlak troffen we geen afwijkingen aan, dat is positief."

Veilig banden plakken

NVWA-inspecteur Jeroen IJzermans deed online onderzoek naar bandenplaksets. "We hebben 11 websites beoordeeld, van kleine winkels tot de bekende grote spelers." De resultaten waren opvallend. "Slechts 1 winkel had de informatie correct op de website staan. De 10 overige webwinkels hebben we eerst een waarschuwing gegeven."

Daarop ondernamen niet alle webwinkels direct actie, dus kregen sommige een 'voornemen last onder dwangsom'. Zij moeten dan op korte termijn actie ondernemen of er volgt een boete. "Uiteindelijk hebben alle eigenaren geluisterd en zijn er geen boetes uit gedeeld. Bij de herinspectie bleek zelfs dat meerdere winkels de producten helemaal van de website hadden verwijderd."

Tijdens het onderzoek bleek dat niet alleen webwinkels hun zaken niet op orde hebben. "De etiketten van de bandenplaksets van een van de bekendste fabrikanten klopten ook niet," vertelt IJzermans, die in een discussie met de fabrikant verwikkeld raakte. Het bedrijf gaf aan dat de verpakking te klein was om er alle waarschuwingen op te plaatsen. "Ik snap dat het lastig is, maar ik kan niet anders dan de regels handhaven en uitleggen dat de gevarenaanduiding op de verpakking moet staan. Het is belangrijker dan de 'promotieteksten' op het product. Inmiddels heeft de fabrikant dit toch aangepast."

Europese samenwerking

De deelnemende landen onderzochten enkele producten uit een groot aanbod aan gevaarlijke stoffen en mengsels, die vallen onder de Europese CLP-verordening (indeling, etikettering en verpakking).

Alle uitkomsten van het REF-8-project sturen de deelnemers op naar het European Chemicals Agency (ECHA). Barseghian: "Met dit project kunnen we in heel Europa handhaven op het gebied van productveiligheid en krijgen we een goed beeld van hoe online ondernemers deze Europese wetgeving naleven."

De NVWA heeft ervoor gekozen om onder meer het onderzoek naar reinigers van koffiezetapparaten na REF-8 voort te zetten. "In deze coronatijd gebruiken we deze apparaten thuis veel. Het gebeurt soms dat het apparaat na het reinigen niet goed is doorgespoeld. De consument moet dan wel weten wat de mogelijke gevaren van deze producten zijn. Ook bij online aankopen," eindigt Barseghian.

Zwart icoon coronavirus

Ook productveiligheid: corona-desinfectiemiddelen

Op 16 april publiceerden we het bericht op de website dat slechts 13% van de onderzochte handdesinfectiemiddelen niet voldoet aan de wettelijke eisen. Dit bericht kwam met 4.375 page views op plaats 5 van meest bekeken berichten.

Het bericht dat we op 18 november plaatsten komt op plaats 7 met 3.442 pageviews. Hierin melden we dat ILT en NVWA scherp letten op de productie en handel in corona-desinfectiemiddelen.

 

Capaciteit Productveiligheid

Publiek belang Productveiligheid

De NVWA besteedde in 2020 6% van de capaciteit aan productveiligheid.

Het toezicht richt zich op de borging van de veiligheid van non-food consumentenproducten door bedrijven en daarmee de bescherming van consumenten tegen producten die (ernstig) letsel en ernstige gezondheidsschade kunnen veroorzaken. We zetten erop in dat producten met een veiligheids- of gezondheidsrisico van enige omvang niet op de markt worden gebracht.

Binnen het publieke belang Productveiligheid hebben we in 2020 ruim 1.500 unieke bedrijven geïnspecteerd. Bij circa  600 bedrijven is een maatregel genomen.