Foto Marleen Botermans - viroloog

Het is een taaie strijd. Zo veel is inmiddels wel duidelijk, na een heel jaar bestrijden van 'tomato brown rugose fruit virus' (ToBRFV). In 2019 werd dit besmettelijke plantenvirus, onschadelijk voor mens en dier, in Nederland vastgesteld. Ondanks de maatregelen vanuit de sector, de NVWA en de Europese Unie werd het virus ook in 2020 aangetroffen bij tomatentelers, zaadbedrijven en een plantenkweker.

Quarantainestatus

"Als plantenvirologen zeiden we meteen al: dit virus heeft zulke eigenschappen dat het zich eigenlijk niet leent voor een quarantainestatus", vertelt viroloog Marleen Botermans van de NVWA. “Het is zeer besmettelijk, waardoor het lastig is alle besmettingen op te sporen en te elimineren voordat het virus zich weer verder heeft kunnen verspreiden." De Europese Commissie besloot anders: in 2019 kreeg het virus een quarantainestatus. Botermans: "In het Midden-Oosten was de schade aan de tomatensector zo groot, met slecht groeiende planten en zelfs bruine tomaten, dat de Europese Commissie er alles aan wilde doen om het virus buiten de deur te houden."

Ton van Arnhem is directeur van de National Plant Protection Organisation (NPPO) van Nederland, ondergebracht bij de NVWA. Samen met collega's spreekt hij in Brussel regelmatig met NPPO’s van andere landen van de Europese Unie. "De quarantainestatus betekent dat lidstaten verplicht zijn er alles aan te doen om het virus uit te roeien. Zo is er een meldplicht: iedereen die vermoedt dat het virus ergens aanwezig is, moet dat melden, in Nederland bij de NVWA. Dan doen wij onderzoek en bij een vondst volgen er maatregelen."

Ingrijpende maatregelen

Het virus bleek inderdaad hardnekkig, meer dan 20 Nederlandse bedrijven kregen in 2020 te maken met een besmetting. Dat waren niet alleen telers, maar ook een plantenkweker en zaadbedrijven. Heel ingrijpend voor een bedrijf, weet Botermans. "Als we bij een teeltbedrijf een besmetting hebben bevestigd, moet het bedrijf een plan van aanpak maken om van het virus af te komen. Dat betekent bij teeltwisseling alles uit de kas halen, tandenborstelschoon maken, desinfecteren, alles vervangen, dus niets hergebruiken. Als Nederland hebben we ingezet op dat moment: als je de teeltwissel goed doet en met schoon materiaal en plantjes herstart, hoop je dat je van het virus verlost bent."

"Helaas zagen we, als we maanden later in de nieuwe teelt terugkwamen om monsters te nemen, dat een deel van de bedrijven opnieuw óf nog steeds besmet was. Met een nieuwe laboratoriumtechniek die verbanden tussen vondsten aan het licht brengt, konden we aantonen dat de 'nieuwe' besmetting op een bedrijf vaak maar weinig verschilde van de eerdere besmetting. Dat is een sterke aanwijzing dat de nieuwe infectie niet van buiten komt, dan zouden er meer verschillen moeten zijn. Het meest waarschijnlijke is dan dat er toch virus is achtergebleven op het bedrijf, op bijvoorbeeld kasoppervlakken of in gewasresten die niet volledig zijn opgeruimd, en dat dit virus opnieuw planten ziek heeft gemaakt."

Autoriteit op het gebied van plantgezondheid

"We hebben het afgelopen jaar 3 clusters van besmettingen ontdekt", vult Van Arnhem aan. "Maar daarvan zijn de uiteindelijke bronnen onbekend, dus we weten niet waar het virus vandaan is gekomen.” Ondertussen houden tientallen mensen binnen de NVWA zich bezig met dit ene virus. Botermans: "Al ruim anderhalf jaar slokt het veel tijd op, terwijl het slechts een van de honderden schadelijke plantenziekten en -plaagorganismen is die we in de gaten houden bij de NPPO. Het grootste deel daarvan komt niet in Nederland voor, maar je wil er op tijd bij zijn als er toch een nieuw schadelijk organisme opduikt."

Botermans en Van Arnhem pleiten er dan ook voor de quarantainestatus van ToBRFV, die in ieder geval geldt tot mei 2022, niet zondermeer te verlengen. Van Arnhem: "Nederland is een van de grootste exporteurs van tomaten, tomatenplantjes en zaad ter wereld. Daardoor hebben we een grote verantwoordelijkheid om te doen wat nodig is. Dus ja, de maatregelen moeten van Brussel, maar de Europese Commissie kijkt ook naar ons als autoriteit. We zijn geografisch een klein land, maar op het gebied van plantgezondheid een reus. Als wij met andere lidstaten bespreken dat dit een strijd lijkt te zijn die we moeilijk kunnen winnen, hoop ik dat de andere lidstaten en Brussel ook tot dit inzicht zullen komen. En dan kunnen we samen kijken wat we na mei 2022 kunnen doen om de schade zo klein mogelijk te houden." Van Arnhem doelt op een andere status voor het virus, waarmee de hygiënemaatregelen voor telers wel relevant blijven, maar niet meer verplicht worden vanuit Brussel. Door wel eisen te stellen aan zaden en jonge planten, kun je de verspreiding van ToBRFV ook tegengaan.

Goede samenwerking

Ondanks de complexiteit van de huidige situatie is Botermans tevreden over de samenwerking. "Iedereen zet zich enorm in, al heel lang, dat is ontzettend mooi om te zien. We doen het echt samen. ToBRFV laat goed zien welke kennis we als NPPO in huis hebben over organismen, gewasbescherming, beleid, inspecties en toetsing. En dat we bij een incident al deze expertise goed samen kunnen brengen. We werken ook nauw samen met de keuringsdiensten Naktuinbouw en Kwaliteits-Controle-Bureau (KCB), de sector en met onderzoekers uit de hele wereld met wie we onderzoeksresultaten, anoniem, delen om ervoor te zorgen dat we dit probleem zo goed mogelijk kunnen aanpakken. We willen echt van elkaar leren."

Van Arnhem: "Dat we het best goed gedaan hebben, blijkt ook uit een audit – een onderzoek – van de Europese Commissie. Ze waren onder de indruk van onze aanpak. Ik denk wel dat we kunnen zeggen dat de NVWA er samen met de sector alles aan gedaan heeft om de gevolgen van dit virus zo veel mogelijk te beperken."

Viroloog Marleen Botermans
Marleen Botermans - viroloog
Plantgezondheid capaciteit

Publiek belang Plantgezondheid

De NVWA besteedde in 2020 11% van de capaciteit aan plantgezondheid.

Het toezicht omvat de hele plantaardige productieketen en de groene ruimte. Het is gericht op preventie en bestrijding van schadelijke plantenziekten en -plagen voor het borgen van een goede handelspositie van Nederland in de wereld. We fungeren hierbij als National Plant Protection Organisation (NPPO) met nationale en internationale verantwoordelijkheid. Ook zijn we verantwoordelijk voor de aansturing van, en het toezicht op de taken die bij de plantaardige keuringsdiensten en hun laboratoria zijn belegd.

Binnen het publieke belang Plantgezondheid hebben we in 2020 ruim 1.200 unieke bedrijven geïnspecteerd. Bij 19 bedrijven is een maatregel genomen.